Mijn interviews bij Sai Baba

 

De Engelse handgeschreven versie van deze brief is hier ook beschikbaar, de brief is in vier delen verdeeld, deze delen moeten met de Acrobat Reader geopend worden.

Heb je het programma niet? Haal het dan direkt van:

ftp://ftp.adobe.com/pub/adobe/acrobatreader/win/4.x/ar405eng.exe

Kies voor opslaan, zoek het daarna op en klik erop, pas als het programma is geïnstalleerd klik je op onderstaande bestanden, zodat deze vanzelf het benodigde programma oproepen, waardoor de handgeschreven pagina's te lezen zijn.

1. Pagina 1
2. Pagina 2
3. Pagina 3
4. Pagina 4

De Nederlandse vertaling van deze brief luidt:

Maandag 20 september 1999 Eerste interview.

Nadat hij mij had geroepen, liep ik naar de veranda en gaf mamma een teken. Zij kwam en wij gingen zitten. Na een poosje besefte ik dat pappa niet achter mij aan was gekomen. Ik stond op en liep terug om aan de mannenkant te gaan kijken. Ik liet mijn ogen dwalen over de mensenmenigte en terwijl ik zocht, liep Baba zelfs voor mij langs. Ik zag pappa niet. Ik liep snel terug naar de veranda en ging zitten. Toen kwam Swami.

‘Waar is je vader?’ – ‘Ik kon hem niet vinden.’ ‘GA!’

Ik ging weer zoeken, bleef zo lang mogelijk bezig in de hoop dat pappa mij zou zien, totdat ik besefte dat de mensen al gauw de interviewkamer zouden binnengaan. Ik kwam terug.

Eenmaal binnen vroeg een dame: ‘Baba, kan ik alstublieft een stoel krijgen?’ Baba ging het achterkamertje in. ‘Jongen, kom hier.’ Ik ging naar binnen en terwijl hij met de achterkant van zijn hand zachtjes tegen mijn kruis drukte en wreef, zei hij: ‘Hier is de stoel, neem een stoel.’ In de voorkamer ging hij zitten.

‘Waar is je vader?’ ‘Ik heb overal naar hem gezocht.’ Hij keek mij boos aan. ‘Luie, luie jongen! En moeder?’

‘Daar!’

Toen vroeg hij aan mamma: ‘Hoe is deze jongen? Hij studeert niet goed, eet maar en’ - met handgebaar – ‘loopt maar rond, rond, rond.’

Hij stond op en keek mij lang en fel aan. ‘Doe dat niet!’

Hij nam de Italiaanse groep mee naar het privé-vertrek.

Toen hij met hen klaar was, zei hij tegen mamma: ‘Kom’. Ik wilde ook opstaan. ‘Jij niet’. Binnen de minuut kwamen zij weer naar buiten. ‘Kom maar jongen’.

Binnen nam hij mij mee naar een hoek. ‘Kijk eens hier, je bent een goede jongen. Maar soms bij haar’, met zijn duim wijzend naar de andere kamer, ‘soms heb je geen goede gedachten, goede ideeën. Je leert niet goed, geen goed geheugen. Ik zal je goed geheugen geven.’

Met zijn hand begon hij een draaiende beweging te maken en hield plotseling op. In mijn gespannen verwachting dacht ik dat hij van gedachten veranderd was. Tot mijn opluchting bleef hij draaien. Toen hij zijn handpalm naar boven keerde, lag er niets in; toen zag ik dat zijn vingers glommen. Het glibberde toen hij ze tegen elkaar wreef. ‘Olie’, zei hij. ‘Opendoen’.

Hij begon mijn overhemd op te trekken; ik tilde het toen zelf omhoog omdat ik dacht dat hij het op mijn navel wilde wrijven. Toen wees hij met de vingers van zijn linkerhand, zijn rechterhand was gevuld met olie, naar beneden.

Hij hield op en maakte weer een wuivende beweging met zijn hand. Ik begreep het. Ik maakte mijn broek los. Hij tilde mijn penis op, legde zijn vingers aan de basis en begon de olie in te wrijven. Het deed geen pijn, maar hij maakte een beweging alsof hij mij daar herhaaldelijk wilde knijpen.

Hij stopte en zwaaide weer met zijn hand. Ik vermoed dat hij nog meer olie maakte. Hij begon weer te wrijven. Met zijn andere hand trok hij mij naar zich toe. Hij wreef nog wat en trok mij nog dichterbij. Ik kon hem een paar dingen horen mompelen, dus draaide ik mijn oor naar hem toe om op te vangen wat hij zei.

Weer trok hij mij dicht tegen zich aan, deze keer bij mijn middel, totdat mijn kruis vlak bij zijn been was en onze borsten elkaar bijna raakten. Mijn kin lag op zijn rechter schouder, mijn armen waren om hem heen geslagen, zijn haar raakte de zijkant van mijn gezicht, mijn broek aan de voorkant omlaag. Het was zo bespottelijk. Ik kon nu voelen dat hij de basis van mijn penis heen en weer trok. Het gaf een soort goed gevoel.

Tenslotte liet hij mij gaan en ik trok mijn broek op. Hij keek mij aan en zei: ‘Vertel dit aan niemand, Vertel het je moeder niet. Morgen zal zij zich zorgen gaan maken en ook de dag daarna. Ik zal interview geven. Ik zal’, zei hij terwijl zijn vingers over mijn borst gleden, ‘een ketting geven.’

 

Donderdag 23 september 1999.

Tweede interview.

Nadat hij mij gevraagd had of mijn beide ouders aanwezig waren, nam hij mijn brief aan en zei dat ik naar binnen kon gaan. Ik gaf pappa een teken en liep naar de veranda. Mamma had mij zien opstaan en kwam in de portiek bij mij. Pappa kwam naast mij zitten. Toen Baba kwam, maakte hij tegen mamma een gebaar en zei dat zij weg moest gaan. Zij vertrok met tegenzin.

Tijdens het interview zei hij tegen pappa over mamma: ‘Zij is een goede vrouw, een goede toegewijde.’ Hij keerde zich naar mij en vroeg: ‘Wat wil je?’ ‘Een ketting’ ‘Een ketting of Swami?’ ‘Swami!’ ‘Ja,’ hij wees naar zijn handpalm, ‘wat heb ik hier?’ ‘Uw hand, Swami.’ ‘NEE, wat heb ik daar?’ ‘Alles’ ‘Goed zo jongen’ Hij zwaaide met zijn hand en er rolde een metalen horloge uit.

‘Zie je wel? Alles! Hoe laat is het? Hij keek op de klok. ‘Tien over drie’ Hij zette het klokje gelijk en wees toen naar mijn Timex horloge. ‘Deze deugt niet! Plastic horloge! Doe het af’. Hij verwisselde het met de zijne op mijn linker pols.

Het was veel te groot. ‘O, kleine hand! Neem er twee schakels uit.’

Hij nam pappa ongeveer een minuut mee naar het privé-vertrek, toen riep hij mij naar binnen. Pappa ging weg.

Zodra wij binnen waren, trok hij mij dicht tegen zich aan, omhelsde mij stevig en begon mijn broek los te maken. Hij liet hem op de grond zakken en trok toen mijn onderbroek tot onder mijn billen. Hij greep mij bij mijn penis en terwijl hij mij nogmaals kuste, begon hij de basis ervan te masturberen. Hij bleef intussen steeds zeggen: ‘Reiniging, reiniging.’

Ik voelde dat hij mij met zijn andere hand bij de bilnaad pakte en stevig tegen zich aan drukte.

Hij keerde mij zijn rechterwang toe en door hem aangespoord kuste ik die. Nu draaide hij zijn mond naar mij toe, ik gaf hem mijn wang. Hij draaide mijn hoofd en kuste mij langdurig op de mond. Toen hij ophield begon ik mijn broek op te hijsen. Hij keek of mijn overhemd niet gedraaid zat en hielp mijn kleren rechttrekken. Hij zei steeds weer: ‘Dit is goede kans; goede kans; kijk eens, er zijn daarbuiten zoveel mensen. Zij willen allemaal hier binnen zijn. Dit is jouw buitenkans.’ ‘Soms verspil jij je geld. Moeder geeft soms niet. Er is geen inkomen.’ Hij zwaaide weer met zijn hand en daar sprongen zes 500roepie-biljetten te voorschijn. Hij telde ze. 3000 roepies. ‘Voor voedsel. Geef het maar uit. Hou het goed bij je. Bij je houden!’

Ik stopte het geld in mijn portemonnee. ‘Vertel het aan niemand!’ ‘Ook niet aan moeder?’ ‘Aan moeder kun je het zeggen.’ ‘En vader?’ ‘Niet aan vader.’ ‘Ik zal je een goed leven geven, een goede toekomst. Ik zal je gezond houden’… op zijn vingers aftellend… ‘lichamelijk, geestelijk, financieel. Als je ooit geld nodig hebt, … of dollars, kom bij mij.’ ‘Graag, dank U Swami!’ ‘Dank mij niet. Zie je?’, wijzend op zijn handpalm, ‘alles is hier! Ik ben Shivashakti’ ‘Wat?’ ‘Shivashakti. Ik ben Shakti.’ Hij nam mijn hand en drukte die tegen zijn kruis. Hij bewoog van boven naar beneden, van links naar rechts. Er was absoluut niets te voelen. ‘Zie je? Niets! Niets!’ Hij liet mijn hand los, knipte met zijn vingers en nam toen weer mijn hand. ‘Zie je? Nu ben ik Shiva!’ Deze keer raakte mijn hand zijn penis. ‘Ik zal Shivaroepa geven.’ ‘Wat?’ ‘Ik zal Shivaroepa laten zien. Neem namaskar (buig voor mij neer)’. – Ik zakte op de grond, kuste zijn voeten en ging op mijn knieën overeind zitten. ‘Neem hem!’ Hij tilde zijn kleed op tot boven zijn knieën, hoger en hoger. Ik legde mijn hand op zijn knie. ‘Sparshan!’ (‘aanraken’ van God of heilige mensen of voorwerpen). Hij drukte mijn hoofd tegen zijn penis. Ik legde mijn wang erop. ‘Linganamaskar!’ Ik kuste de penis. Hij tilde zijn kleed steeds hoger. Eerst zag ik zijn ballen; zij waren erg donker van kleur. Toen zijn penis. Ik zag een druppel vloeistof aan het eind; hij veegde die weg met de nagel van zijn duim. ‘Pak hem beet!’ Ik hield hem vast. Ik kuste erop. Ik voelde dat hij tegen mijn mond drukte. Die ging een beetje open. Hij gleed naar binnen. Zachtjes bewoog hij zijn heupen heen en weer, zoveel keer (7) dat ik de tel bijna kwijtraakte. Tenslotte nam hij hem eruit en ik stond op. Hij kuste mij op de mond. Hij stak zijn tong naar buiten. Ik deed mijn lippen nauwelijks van elkaar, maar hield mijn tanden stijf opeen geklemd. Zijn tong gleed tussen mijn lippen en tegen mijn tanden. Ik bewoog en er bleef speeksel achter op mijn rechter wang. Wij gingen het privé-vertrek uit.

Hij wees op de stalen ring om mijn rechterarm. ‘Wat is dit?’ ‘Die heb ik uit Varanasi.’ ‘Waarom draag je die?’ ‘Ik vind hem aardig.’ ‘Maar Swami maakt leuke dingen…. in goud! Vind je de dingen die Swami maakt niet leuk?’ ‘Jazeker!’

Hij zwaaide zijn hand en opeens was er een gouden armband, met drie gelijke symbolen erop. Ik begon de stalen armring af te doen. ‘Nee! Doe hem niet af.’ Hij deed mij de armband om en zei: ‘Bescherming! Bescherming! Dit is trimurti (drie-eenheid Brahma, Visjnoe, Shiva) en hij wees op elk symbool. Weer op de armring wijzend: ‘Zie je deze? Die is goedkoop! Je kunt die overal krijgen. Zelfs bedelaars dragen die!’

‘Moet ik die dan afdoen, Swami?’ ‘Je kunt die blijven dragen als je hem leuk vindt.’

De armband die hij mij heeft gegeven is te klein. Hij laat pijnlijke plekken achter op mijn huid en ik kan hem niet dragen.

Hij nam de Russische groep mee naar binnen. Toen zij een voor een naar buiten kwamen, stond hij bij de deur. Terwijl een bepaalde jonge man langsliep, drukte en trilde Baba met de achterkant van zijn hand tegen zijn kruis, precies zoals hij bij mij had gedaan tijdens het vorige interview toen ik de stoel haalde en twee maal tijdens ons interview van 25 maart 1998 in Brindavan.

Nadat hij weer (in de grote kamer) was gaan zitten, vroeg hij aan mij: ‘Wat studeer je?’ ‘Ik krijg thuis les en correspondeer.’ ‘Thuis les?’ ‘Ja, vader en moeder geven mij les.’ ‘School is beter!’ ‘Welke school, Swami?’ ‘Elke school. Maar als je goed bent’, zei hij langzaam glimlachend, ‘mijn school!’ ‘Wanneer?’ ‘Nu niet; in juni.’ ‘Waar logeren jullie?’ ‘Aan het eind van Samadhi Road.’ ‘Buiten de poort? Waarom niet binnen?’ ‘Eh, omdat we erbuiten een plaats gevonden hebben.’

‘Buiten deugt niet. Waarom niet hier binnen?’ ‘Omdat wij van u geen toestemming hebben gekregen.’ ‘Heb je Swami’s toestemming nodig? Ik zal je nog een interview geven, met vader en moeder. Ga elke dag hier langs het pad zitten.’

IK VERKLAAR PLECHTIG DAT ALLES WAT IK HIERBOVEN GESCHREVEN HEB EEN WAARHEIDSGETROUWE EN NAUWKEURIGE BESCHRIJVING GEEFT VAN WAT ER GEBEURD IS TIJDENS MIJN TWEE INTERVIEWS MET SATHYA SAI BABA OP 2O EN 23 SEPTEMBER 1999.

1 mei 2000.